Koraal is een verzamelnaam voor zeedieren van de klasse Anthozoa. Het zijn diertjes van maar een paar milllimeter die, met hun tentakelkrans, wel wat lijken op een zeeanemoon. Deze diertjes, ook wel poliepen genoemd, leven vaak in kolonies. Koraalkolonies vormen vaak een onderdeel van koraalriffen.
Tegenwoordig zijn er zo’n 4.500 soorten koraal bekend. Plaatselijk vormen ze grote kolonies- banken en riffen, bijvoorbeeld het 2.500 km lange Great Barrier Reef voor de kust van Australië. Koralen groeien in alle warme en schone zeeën en oceanen. In historische tijden kwamen ze veel voor in de Middellandse Zee bij Tunesië, Algerije, Italië, de eilanden Corsica, Sardinië en Sicilië. Hier komen nu nog, maar in mindere mate, de rode en oranjerode vormen voor.
Het Great Barrier Reef, noordoostelijk van Australië, bestaat uit tweeduizend kilometer koraalriffen. Een bouwwerk dat op de wereld zijn gelijke niet kent. De riffen worden opgebouwd door miljoenen koraalpoliepen, die mede dankzij de in hun weefsels levende eencellige algen kalk kunnen produceren.
Rifbouwende ondiepwater koraalpoliepen (bijvoorbeeld hersenkoraal – Colpophyllia sp.) treft men aan in helder zout water met een minimale temperatuur van 20°C. Ze ontbreken aan de oostzijde van de grote oceanen, door de daar heersende koude stromen en daar waar slibrijk water door rivieren wordt aangevoerd.
Er kunnen drie riftypen onderscheiden worden: het kustrif, het barrièrerif en de atol.